woensdag 30 oktober 2013

Persbericht. Eenvoudige oplossing voor transitie AWBZ-WMO

PERSBERICHT.
Eindhoven, 30 oktober 2013.

EENVOUDIGE OPLOSSING VOOR TRANSITIE AWBZ-WMO

Naar verhouding geven we in Nederland elk jaar steeds meer geld uit aan gezondheidszorg. Om de zorg in de toekomst overeind én betaalbaar te houden, neemt de regering allerlei maatregelen. Een van deze maatregelen is een ingrijpende hervorming van de langdurige zorg (AWBZ). 
Het is duidelijk. De alsmaar oplopende kosten van de zorg zijn de aanzet, maar het wezen van deze hervorming is de overheveling van de lichtere zorg van het formele-zorgdomein naar het informele-zorgdomein. Vanuit dit gegeven is het begrijpelijk dat burgers én gemeenten zich in de voorbereiding vooral focussen op de vraag hoe ‘het gat’ in de zorg vanaf 2015 met hulp van mantelzorgers en vrijwilligers kan worden gedicht. Het transitieproces komt langzaam en stukje bij beetje op gang, maar het loopt nergens van een leien dakje. In feite staat niemand te trappelen van ongeduld. Wat is hiervan de reden?

Ary van Baalen heeft zich verdiept in deze kwestie en is er achter gekomen dat er op alle niveaus en over de volle breedte van het speelveld, steevast een essentieel aspect over het hoofd wordt gezien, met als gevolg dat het transitieproces onnodig stagneert én het zicht op een oplossing voortdurend wordt belemmerd. Vanuit dit perspectief beweegt het transitieproces zich in feite achterwaarts naar voren, terwijl daar geen enkele reden toe is. Om deze zaak een andere wending te geven met meer schwung en dynamiek, heeft Van Baalen een relatief eenvoudige (model)oplossing bedacht.

Waarom achterwaarts naar voren? De crux van het hele verhaal is dat de totale gang van zaken rondom ‘zorg’ in beide zorgdomeinen essentieel ten opzichte van elkaar verschilt. Waar gaat het om.
  • In het formele-zorgdomein doen persoonlijke relaties er niet toe. 
  • In het formele-zorgdomein draait het allemaal om ‘zorg’ en de (puur functionele) wisselwerking in de relatie tussen ‘de zorgvrager’ en de ‘de zorgverlener’. 
  • In het informele-zorgdomein werkt het precies andersom. 
  • In het informele-zorgdomein draait het vóór alles om persoonlijke relaties. En als mensen in dit domein voor elkaar zorgen, is dat vooral een uitvloeisel van hun persoonlijke relatie. 
Met andere woorden. Wat in het formele-zorgdomein uitstekend werkt, werkt niet in het informele-zorgdomein en omgekeerd.
  • In het formele-zorgdomein gaat het van start tot finish alleen over zorg
  • In het informele-zorgdomein gaat het van start tot finish vóór alles over wederkerige en persoonlijke relaties en pas daarna over zorg. 
Verwanten en familieleden zorgen eigenlijk van nature op deze manier voor elkaar. Het gaat eigenlijk een puur menselijk eigenschap die zich in de loop der tijd zo is ontstaan. Mensen die geen nauwe en persoonlijke band hebben met elkaar, zorgen in het informele zorgdomein zelden langdurig en intensief voor elkaar.
Door nu (vooral) vanuit het bestaande 'formele-zorg-model' te focussen op de vraag hoe zorg-taken in het informele-zorgdomein door familie en mantelzorgers kunnen worden overgenomen, gaat voorbij aan de wezenlijke behoefte van mensen aan nieuwe of gerevitaliseerde persoonlijke netwerken vanwaaruit relaties en zorg-voor-elkaar kan ontstaan.

Door de specifieke kenmerken, potentiële eigenschappen, onderliggende behoefte en onderliggende drijfveren van de actoren in het informele-zorgdomein in beeld te brengen, was het mogelijk om een (eenvoudige) model-oplossing te construeren. Met behulp van deze oplossing kan er in het informele-zorgdomein meer schwung en dynamiek ontstaan waardoor burgers beter in staat zijn om in korte tijd ‘nieuwe’ en duurzame (real life) zorgnetwerken te creëren. De model-oplossing revitaliseert bestaande netwerken. Creëert nieuwe netwerken en verbindt deze onderling met elkaar. Dit is mogelijk door de opkomst van een nieuwe bindende factor; de overheveling van 'zorg' naar het informele-zorgdomein, met alle (gezamenlijke) gevolgen van dien.

Deze ‘nieuwe’ netwerken bestaat elk uit 40 tot 60 leden, variërend in de leeftijd van 20 tot 99 jaar, die ieder vanuit hun individuele competenties, ervaringen, belangstelling of voorkeuren, bereid zijn om elkaar te helpen. De onderlinge relaties in dit zogenaamde ‘small-zorg-netwerk’ zijn gericht op wederkerigheid en niet louter op persoonlijke of huishoudelijke ‘zorg’ gericht. De hulp over en weer bestrijkt juist een veel groter terrein. Net als alle dingen van het gewone leven, dat ook niet allemaal om zorg draait. ‘Small-zorg-netwerken' zijn eenvoudig met elkaar te verbinden, waardoor de impact en slagkracht enorm kan toenemen. Steun van de (lokale) overheden voor deze netwerken vergroot de kans op succes.

De model-oplossing is gebaseerd op kennis op het gebied van complexe systemen én het (slim) toepassen van bestaande sociale netwerkmodellen, waarvan de effectiviteit in het verleden al onomstotelijk is bewezen. De oplossing is duurzaam en bespaart veel geld. Bovendien ‘snijdt het mes’ van deze oplossing aan meerdere kanten, omdat andere actuele transities er ook van kunnen profiteren.




Geen opmerkingen: